“Als we volgend seizoen in de eerste klasse hadden gespeeld, had ik het nog wel een jaartje willen proberen. Maar nu we tweedeklasser blijven, stop ik er mee. Ik heb het gevoel dat we dit seizoen ons plafond hebben bereikt. Dat geldt voor mij persoonlijk ook. Ondanks mijn ‘slechts’ 20 gespeelde wedstrijden ben ik best wel belangrijk geweest. We hebben 38 keer gescoord, waarvan ik er tien heb voorbereid en tien heb gescoord. Bij meer dan de helft van de doelpunten was ik dus betrokken. Het zijn niet de cijfers van vroeger, maar wel behoorlijk”, glimlacht de immer bescheiden Vuurens.
Kozakken Boys
Hij maakte 25 jaar geleden zijn debuut in de hoofdmacht. “Dat was onder Hans van der Stelt. Ik begon als linkshalf en op een gegeven stelde hij mij op in de spits. Amper een jaar later toonde Kozakken Boys belangstelling.”
Vuurens keerde na een jaar, vanwege een virusinfectie, terug op ’t Hoog. “Een seizoen later haalde Kozakken Boys mij terug. Door blessures aan mijn knie heb ik nooit meer mijn niveau gehaald. Ook niet bij LRC, waar ik aansluitend drie fantastische jaren heb meegemaakt.”
Bonus
Maar Vuurens speelde nooit meer pijnvrij en besloot, drie knieoperaties verder, in 2005 terug te keren naar zijn geboortedorp. “Het werd gelijk een geweldig jaar. We wonnen de Champions Cup in De Oosterbliek in Gorinchem en promoveerden onder John Vink naar de eerste klasse. Ik raakte weer geblesseerd en heb zelfs drie jaar niet gespeeld. Van lieverlee werd ik assistent-trainer en toen het tijdens trainingspartijtjes weer beter ging, heb ik mij weer beschikbaar gesteld. De laatste jaren waren een bonus voor mij, daar had ik nooit meer op gerekend.”
Voetballen in een lager elftal vindt hij niets. “En daarom ga ik tennissen. De trainer kan mogelijk nog wel een beroep op mij doen, als hij op een trainingsavond een mannetje tekort komt. Ja, dan wil ik de schoenen nog wel een keer aantrekken. Maar niet meer op zaterdag, die tijden zijn voorbij.”
bron; Theo Sprong van Regio Voetbal